-
1 de plank misslaan
de plank misslaan -
2 de plank misslaan
de plank misslaanVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de plank misslaan
-
3 de plank misslaan
заблуждаться; ошибиться; сделать промах; промахнуться* * *гл.общ. заблуждаться, ошибиться, промахнуться, сделать промах -
4 de plank misslaan
find a mare's nest -
5 plank
2 [meervoud] [toneel] (the) stage♦voorbeelden:de plank misslaan • be way offeen boom aan planken zagen • saw a tree into planksmet planken dichttimmeren/spijkeren • board uptussen vier planken liggen • be dead and buriedzo stijf als een plank • as stiff as a board/poker -
6 plank
♦voorbeelden:dat is van de bovenste plank • 〈vooral m.b.t. drank〉 c'est une bouteille de derrière les fagots; 〈m.b.t. personen〉 c'est une personne de premier ordrede plank misslaan • être à côté de la plaqueeen boom aan planken zagen • débiter un arbre en plancheszo stijf als een plank • raide comme un piquet→ link=brood brooddat stuk blijft lang op de planken • cette pièce tient longtemps l'affiche -
7 промахнуться
v1) gener. missen, de bal misslaan, de plank mis zijn, de plank misslaan, ernaast slaan, falen, het schot mis zijn (о выстреле, ударе и т.п.), misgaan, misgooien, misgrijpen, misschieten, misslaan, mistasten, te kort schieten (тж. перен.), zich misrekenen2) liter. een bok schieten3) milit. ketsen (в игре на бильярде) -
8 промахнуться
v1) gener. missen, de bal misslaan, de plank mis zijn, de plank misslaan, ernaast slaan, falen, het schot mis zijn (о выстреле, ударе и т.п.), misgaan, misgooien, misgrijpen, misschieten, misslaan, mistasten, te kort schieten (тж. перен.), zich misrekenen2) liter. een bok schieten3) milit. ketsen (в игре на бильярде) -
9 заблуждаться
v1) gener. dwalen, zich misgaan, de plank mis zijn, de plank misslaan, feilen, vergissen zich, zich bedriegen, zich vergissen2) liter. bijster, de bal misslaan -
10 заблуждаться
v1) gener. dwalen, zich misgaan, de plank mis zijn, de plank misslaan, feilen, vergissen zich, zich bedriegen, zich vergissen2) liter. bijster, de bal misslaan -
11 danebenhauen
-
12 ошибиться
v1) gener. buiten de waard rekenen, de plank mis zijn, de plank misslaan, een bok schieten, falen, misgrijpen, missen2) liter. ernaast slaan, mistasten -
13 сделать промах
vgener. de plank mis zijn, de plank misslaan -
14 ошибиться
v1) gener. buiten de waard rekenen, de plank mis zijn, de plank misslaan, een bok schieten, falen, misgrijpen, missen2) liter. ernaast slaan, mistasten -
15 сделать промах
vgener. de plank mis zijn, de plank misslaan -
16 mark
n. Mark (voornaam)mark1[ ma:k] 〈 zelfstandig naamwoord〉4 peil ⇒ niveau, standaard8 belang9 aandacht♦voorbeelden:leave one's mark on • zijn stempel drukken opmake one's mark • zich onderscheiden4 above/below the mark • boven/beneden peilI don't feel quite up to the mark • ik voel me niet helemaal fit/in ordeon your marks, get set, go! • op uw plaatsen! klaar? af!beside/off the mark • ernaastoverstep the mark • over de schreef gaan————————mark21 vlekken (maken/krijgen)II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 merken ⇒ tekenen, onderscheiden; aanduiden♦voorbeelden:1 his birth marks the beginning of a new era • zijn geboorte luidt het begin van een nieuw tijdperk inmark the occasion • de gelegenheid luister bijzettenmarked for life • voor het leven getekend -
17 miss/overshoot the mark
miss/overshoot the markhet doel missen, te ver gaan; de plank misslaan -
18 plaque
plaque [plaak]〈v.〉1 plaat(je) ⇒ plak, blad♦voorbeelden:plaque de cuisson • kookplaatplaque d'égout • riooldekselplaque d'immatriculation • (auto)nummerplaatplaque de propreté • deurplaatplaque chauffante (à induction) • (inductie)kookplaatplaque minéralogique • (auto)nummerplaatplaque tournante • draaischijf, spilêtre à côté de la plaque • de plank misslaan, er naast zittenmettre à côté de la plaque • zijn doel missen, niet bereiken¶ plaque dentaire • (tand)plaque, aanslag op tanden en kiezenf1) plaat, plak2) vlek3) ordeteken4) fiche [spel]5) elektrode6) tandaanslag -
19 plaqué
plaque [plaak]〈v.〉1 plaat(je) ⇒ plak, blad♦voorbeelden:plaque de cuisson • kookplaatplaque d'égout • riooldekselplaque d'immatriculation • (auto)nummerplaatplaque de propreté • deurplaatplaque chauffante (à induction) • (inductie)kookplaatplaque minéralogique • (auto)nummerplaatplaque tournante • draaischijf, spilêtre à côté de la plaque • de plank misslaan, er naast zittenmettre à côté de la plaque • zijn doel missen, niet bereiken¶ plaque dentaire • (tand)plaque, aanslag op tanden en kiezenm1) doublé [metaal]2) fineer [hout] -
20 gourer
gourer (se) [goeree]1 de plank misslaan ⇒ zich vergissen, er naast zitten
Страницы
- 1
- 2